Je bent een jaar of 35/40/50 en je hebt je zaakjes grotendeels op orde. Er heeft zich meestal al een crisis in je leven voorgedaan: sterfgeval, scheiding, ziekte burn out of ontslag en je vraagt je af waar je staat, hoe dat zo is gekomen, en wat je nou eigenlijk zélf wilt. Je gaat op zoek naar verdieping. Wie of wat drijft je? Wat is jouw weg? Volg je die weg ook écht? Of bewandel je het pad dat je geacht wordt te lopen? Welk deel van jezelf moffel je liever weg? Waarom loop ik met mijn nieuwe partner toch weer tegen dezelfde relatieproblemen aan? Hoe kan het dat ik nog altijd naar mijn oude vader luister, ook al leeft die al lang niet meer?
Het bewuste deel van onze persoonlijkheid maakt maar een piepklein deeltje uit van de totale psyche, het drijft als een klein eilandje op de oneindige oceaan van het onbewuste. In de tweede levenshelft keren mensen juist meer naar binnen en richten ze hun blik op het onbewuste.
Freud verdeelde de psyche in een bewust en onbewust deel en Jung probeerde het onbewuste nog specifieker te definiëren. Achter het persoonlijk onbewuste ontdekte hij nóg een laag: het collectief onbewuste. Het persoonlijk onbewuste omvat je eigen verdrongen wensen, herinneringen, verlangens en emoties die lastig zijn, beschamend of te pijnlijk, je complexen, alles waar je het liever niet over hebt. Dit noemt Jung ‘de schaduw’. Je schaduw roert zich op die momenten dat je even niet weet wat je doet. Voordat je ook maar één seconde over hebt kunnen nadenken, heb je die weckpot al gepakt en op de keukenvloer laten knallen. Op dat moment voelt het alsof je door iets of iemand wordt overgenomen. En dat is ook zo.
Zodra je jezelf hoort schelden, kun je er donder op zeggen dat je schaduwzijde aan het woord is. Of als je al je zinnen kracht bijzet met woorden als “altijd”en “nooit”. Daaraan kun je herkennen dat er kennelijk ’iets’ uit je persoonlijk onbewuste werd geraakt dat zich nu met veel nadruk kenbaar wil maken. Je schaduw drukt zich namelijk nogal zwart-wit uit. Het is óf goed óf slecht en niets daartussenin.
In relatie met je familie, en vooral met je geliefde, is het sowieso vaak oppassen geblazen. Voordat je het weet, heb je daar de schaduwen aan het dansen. Of aan het ruziën. Er is niemand die jou beter laat zien wat jij allemaal verdrongen hebt dan je geliefde. Daarop heb je elkaar (weer onbewust natuurlijk) uitgekozen. En dan is er nog het collectief onbewuste-Jung heeft dat in kaart proberen te brengen-dat ons doen en laten ook op een geheimzinnige manier beïnvloedt. Dat bestaat uit een verzameling opgeslagen beelden, verhalen en ervaringen die we, als hele mensheid, meenemen uit onze geschiedenis. In het collectief onbewuste sluimeren de herinneringen uit ons evolutionaire verleden, onze aangeboren angsten voor duisternis, spinnen en slangen. We borduren allemaal voort op dezelfde beelden die zich manifesteren in onze dromen, in kunst en religie, en die een universele betekenis hebben. Het is inmiddels wetenschappelijk bewezen dat ik me bij ongeveer 90 procent van wat ik doe door het onbewuste laat leiden. Ook als ik denk een weloverwogen besluit te hebben genomen, heb ik dat vaak niet. Ik leef nogal op de automatische piloot.
Je kunt het bewustzijn vergelijken met een ijsberg, we zien alleen het topje en denken dat het alles is. Maar dat is niet zo. 90 procent zien we niet maar is er wel. Onder water. Er is maar 10 procent van ons bewustzijn beschikbaar om de werkelijkheid te kunnen waarnemen. De rest is projectie. Wat je ziet in de ander, is je eigen schaduwzijde. Op het moment dat je je ergert aan je geliefde, erger je je aan iets van jezelf dat diegene je toont. Wat we van onszelf niet willen zien, projecteren we steevast op de buitenwereld.
Hoe kan er ooit sprake zijn van mijn ‘vrije keuze’ als ik me nauwelijks bewust ben van mijn eigen doen en laten? Hoe kan ik verantwoordelijkheid nemen voor mezelf en de kritieke toestand van onze planeet, als ik niet eens besef wie ik ben en vanwaaruit ik reageer? Natuurlijk kan ik me niet overal bewust van worden. Dat is onmogelijk. Het gaat er alleen om mijn automatische piloot een beetje beter in de gaten te krijgen. Zodat ik vaker zelf kan kiezen hoe ik reageer in bepaalde situaties in plaats van te worden overvallen door een onbestemd gevoel. Of doordat er iets opborrelt uit mijn reptielenbrein.
We hebben allemaal een schaduw, of heeft de schaduw óns? We hoeven alleen maar te leren iets beter naar onze eigen schaduwzijde te kijken. Naar dat wat we liever niet willen zien, naar onze lelijke en duistere kanten, zodat we die kanten niet allemaal buiten onszelf hoeven te plaatsen, maar kunnen integreren. Zodat er meer evenwicht zal ontstaan. In onszelf en daarmee ook in de wereld. Het is bijvoorbeeld goed om te weten dat je als één persoon ontmoet, je er altijd twee ontmoet. Ook de schaduw is van de partij.
Hoe komt een zelfafwijzing of vertekend zelfbeeld tot stand? Een vraag die me in mijn leven steeds bezig heeft gehouden toen ik druk was af te rekenen met de draken uit mijn verleden waar ik last van had. Waarom doken er toch steeds bepaalde gedachten bij me op die me niet hielpen maar eigenlijk nog verder van huis brachten? Hoe zou ik dat kunnen veranderen zodat ik er geen last meer van heb? Zo ben ik dit gaan onderzoeken met en zonder hulp van coaches maar wel met het doel antwoorden te krijgen of mijn vragen. Wellicht herken je jezelf hierin en heb je iets aan mijn uitleg.
Eerst is er een omstandigheid of een gedachte die een schijnbare overeenkomst heeft met een pijn uit het verleden. Dit kan een bewuste pijnlijke ervaring van vroeger zijn, of een onbewuste beknellende herinnering, zoals bijvoorbeeld aan je vroege jeugd, toen je natuurlijke spontaniteit werd afgewezen en je moest leren voldoen aan voorwaarden.
Onmiddellijk ontstaat er identificatie: er is een ik-gevoel dat zich de herinnering toe-eigent, of anders gezegd, er is een fase van versmelting met de herinnering aan lijden. Hoe vindt deze identificatie met het schijnbare lijden plaats? Door zelfafwijzing. Wat bij aanvang nog een herinnering aan lijden is, en dus slechts een schijn van lijden, wordt werkelijk gemaakt door de bijkomende ervaring van een ‘ík’ die kennelijk niet goed genoeg is, of stom, of slecht of slap, of wat dan ook je negatieve geloof is.
Meteen nadat de herinnering aan pijn veranderd is in een werkelijke ervaring van pijn, volgt de reactie. We zetten onmiddellijk alle zeilen bij om van die pijn af te komen om zo snel mogelijk weer te voldoen aan de voorwaarden om ons goed te kunnen voelen. Die pogingen kunnen gericht zijn tegen de persoon of omstandigheid die de trigger was van de pijnlijke herinnering, of tegen jezelf, al naar gelang de patronen die hiervoor ontwikkeld hebt. Let wel”: tot hier is het hele proces nog automatisch, we zijn ons er niet van bewust. Het hoort allemaal bij de versmeltingsfase.
Dan, na korte of langere tijd, afhankelijk van de mate van zelfreflectie die we ontwikkeld hebben, ontstaat er een besef van het hebben van de beknellende emotie. Tegelijkertijd gaat ook de onbewust zelfafwijzing over naar het bewuste niveau. We zijn ons nu bewust van de beknelling, vinden het heel verkeerd van onszelf dat we daarin terechtgekomen zijn en proberen er zo snel mogelijk weer van af te komen. Hiermee begint de poging tot dissociatie en de openlijke strijd tegen het beknellende gevoel. En het bizarre nu is dat de beknelling hierdoor alleen maar toeneemt.
De aanvankelijk onbewuste vicieuze cirkel van schijnbaar lijden en identificatie ermee door zelfafwijzing (versmelting) gaat dus via zelfreflectie op een bewust of ‘metaniveau’ verder als dissociatie. Je herkent het vast wel: in een eerder stadium reageerde je alleen maar op de oorzaak van je ellende zonder dat je daar jezelf bewust van was. Maar zodra er reflectie en zelfbewustzijn bij komen, wordt ook de zelfafwijzing ineens bewust: je gaat het stom vinden van jezelf dat je jezelf stom voelt. Je vindt het slap van jezelf dat je niet assertief bent. Je wordt kwaad op jezelf omdat je je woede niet kunt beheersen. Je hebt een hekel aan jezelf omdat je niet van jezelf houdt. Kortom, je wijst jezelf af voor het hebben van zelfafwijzende gevoelens! Het is beknelling in het kwadraat.
‘Ja maar,’werp je misschien tegen, ‘dat is toch noodzakelijk! Moet ik dan maar berusten in mijn zelfafwijzing en ermee leven?’ Nee hoor, dat zou niet een kunnen: wat eenmaal bewust geworden is, kan niet meer terug onbewust gemaakt worden. Zodra je je bewust geworden bent van een zelfafwijzende emotie is de versmeltingsfase voorbij en daar kun je niet naar teug. Groei van bewustzijn is een eenrichtingsweg, en het is prachtig dat dat zo is!
Relaties zijn er in alle kleuren en smaken, ze komen en gaan. Wat ooit als een storm begonnen is, kan aflopen als een koel briesje. Dat kan je verbazen maar het komt gewoon meer dan vaak voor dat een relatie de eindstreep niet haalt omdat er zich iets voorgedaan heeft dat grote gevolgen heeft en alles raakt.
Soms is de ene helft al iets verder in het proces van uit elkaar gaan dan de ander en dat kan het erg pijnlijk maken om dan op de juiste wijze uit elkaar te gaan vooral als er kinderen in het spel betrokken zijn.
Maar het komt ook vaak voor dat een relatie wel levensvatbaar is om op door te gaan, gewoon door te gaan kijken wat een ieders rol in die relatie (geweest) is. Dan heeft therapie altijd zin want tijdens de relatie was de ander al een spiegel voor je dus waarom zou dat nu niet meer zo zijn?
Als beiden bereid zijn om eerlijk naar zichzelf te kijken, is er een hoop mogelijk. Ik zie een relatie als drie: jij, hij of zij én de relatie zelf en ze hebben alle drie een even zo grote rol. En tijdens mijn coaching komen ze ook alle drie tot hun recht.
Het enige dat jullie hoeven te doen is je veilig genoeg te voelen om dit samen aan te durven. Als er een klik is, is er veel mogelijk en dat komt resulteert vaak op een doorbraak in de verbinding met elkaar.
Depressiviteit heeft vaak te maken met verwachtingen in het leven die niet vervuld zijn. Gebrek aan liefde, aandacht of het gevoel dat men van weinig waarde is voor de samenleving zijn de hoofdoorzaken van depressiviteit.
Mensen verwachten vaak een prettig leven en houden er geen rekening mee dat de ziel een andere reden voor het bestaan heeft gekozen dan men als mens, door zijn/haar conditionering geneigd is te denken.
De verwachtingen die gewekt zijn in het denken, vinden hun oorsprong in de projecties van de samenleving waarin men woont.
Subtiele vormen van verwachting worden onder andere gewekt door de reclame, tv- beelden en andere vormen van (sociale) media, die geïdealiseerde situaties laten zien, waarin anderen ogenschijnlijk een prettig leven leiden, mooier zijn, meer geld en geluk hebben en ga zo maar door…
Telkens als de verwachtingen die in het denken zijn gecreëerd niet uitkomen in de werkelijkheid, ontstaat er trilling in de mens die in bepaalde gevallen leidt tot een depressieve toestand. Deze vorm van depressiviteit komt beduidend meer voor in de ‘rijke’ westerse landen dan in de ‘armere’ gebieden in de wereld.
De verwachting dat het leven met behulp van materiële dingen veraangenaamt kan worden drijft de mens in een positie waarin hij/zij het spirituele niet uit de weg kan gaan. Ook de onrealistische verwachting aangaande liefde, relaties en het omgaan met anderen hoort hiertoe.
Want als alles materieel is ingevuld, wordt de leegte in de ziel ineens zichtbaar. Men voelt het gemis aan liefde, aan een dieper doel, en de leegt in het zijn. En als men zich in deze fase van het leven plotseling beroofd ziet van bijvoorbeeld werk en inkomen, gezondheid of liefde, dan gaat men in de eerste plaats negatief over een dergelijke situatie denken.
Kortom overal waar sprake is van verwachtingen die niet worden ingevuld en waarbij men er schijnbaar alleen uit moet zien te komen, bestaat de kans dat depressiviteit ontstaat.
Ben je op zoek naar jouw hoger doel maar weet je niet hoe je dat zou kunnen vinden, laten we dan een afspraak maken, dat kost je niets behalve wat tijd die je kan omzetten in kwaliteit. Vul het contactformulier in of bel. Je zult niet teleurgesteld raken.
In de wereld van vandaag zien we een snelle groei van wanorde en chaos, en de behoefte aan eenheid en harmonie wordt groter en groter. Opnieuw is er behoefte aan een energie die het land heelt, dit keer op een grotere schaal, aangezien de hele wereld erbij betrokken is. Wat we nodig hebben is leiderschap, om een koers te stellen die nodig is om ons door woelige baren van de komende decennia te loodsen; leiderschap dat in contact staat met de aard, met het volk en met zichzelf: leiderschap dat verbindingen legt tussen mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten; tussen goddelijke inspiratie en dagelijkse, aardse bezigheden; tussen zorg om het milieu en de behoefte van de economie; tussen de dromen van morgen en de realiteit van vandaag.
De vormen van leiderschap van dit moment zijn verouderd en onbruikbaar geworden. Vanuit een achterhaald concept, een oud mechanistisch, hiërarchisch wereldbeeld lijkt het of de aarde bestuurd kan worden als een tractor. Maar de wereld is veranderd. We zijn een hoogontwikkeld, gecompliceerd en uiterst gevoelig organisme geworden, dat alleen bestuurd kan worden door scherp bewustzijn, daadkracht en invoelingsvermogen.
Onze grootste behoefte in deze tijd is een visie die uitstijgt boven de dualiteit en de gefragmenteerdheid waarin we leven, een visie die de verschillende tegengestelde aspecten van het leven in zich verenigt: waar seks en religie, wetenschap en fantasie, liefde en werk, man en vrouw, geld en idealen samenstromen tot één geheel, een visie ook die boven de verschillende naties uitstijgt en de aardse bewoners als één volk, de bewoners van de wereld.
De problemen van vandaag, zoals milieuvervuiling en het dunner worden van de ozonlaag, criminaliteit en racisme, hongersnood en economie, kunnen niet meer door één land alleen worden opgelost of vanuit één levensbeschouwelijk perspectief.
Iedere stroming, ieder individu heeft een stuk van de puzzel die leven heet. Door deze stukjes aan elkaar te passen zullen we een totaler beeld krijgen van het geheel en tevens van onze eigen rol in dat geheel. Ieder van ons bezit zijn of haar deel van de waarheid; het is de kunst om al die facetten te kunnen respecteren en te verenigen.
De taak van de leider is iedereen zijn juiste plaats te geven, iedereen te zien zoals hij of zij is en daarmee de diepste zegening te geven die mogelijk is. Herkend te worden in je diepste zelf is de grootste bevrijding die er is. Pas als we onze eigen rol op ons nemen, ophouden met onderling te strijden en niet meer denken in termen van ‘of-of’ maar ‘en-en’ zullen we tot overeenstemming kunnen komen en de werkelijke strijd kunnen aangaan: de strijd om onze overleving.
Ik denk niet dat we op dit moment de redding van de wereld van één leider moeten verwachten. Ik denk dat we het allemaal samen moeten doen. Ieder van ons zal zijn eigen innerlijke leiderschap op zich moeten nemen. We hebben leiderschap en autoriteit veel te vaak buiten ons geplaatst: in ouders, bij docenten, bij artsen, bij politieke leiders, bij God, en we hebben onszelf klein gemaakt. We keken op naar de grote leider of heerser en hoopten op goedkeuring en vreesden afkeuring.
Die afhankelijkheid is het gevolg van een gebrek aan initiatie en innerlijke autoriteit. Echt leiderschap is dienaarschap, niet aan iemand anders, maar aan de god in onszelf. Het is de acceptatie van de rol die we hebben en de kracht en de talenten die we hebben meegekregen. Door te dienen worden we vrij. Het is de hoogste waarheid die in ons leeft, en door die eer te bewijzen, bewijzen we eer aan de hele mensheid. We mogen groots zijn, niet om onszelf op de borst te slaan of om onze wonden te verbloemen, maar omdat we in essentie groots zijn. We zijn krachtige, mooie scheppende wezens. Laten we moedig zijn, onze angsten onder ogen zien, leren van onze ‘fouten’ en dapper een stap voorwaarts zetten. Vele kleine passen vormen samen een reusachtige stap voorwaarts.
Daarbij hoeven we ons niet groter voor te doen, niet eeuwig te streven naar grootse daden en onbereikbare doelen. In onze eenvoud en eigenheid zijn we grootser en unieker dan we ooit gedacht hadden. Het ligt zo dichtbij en lijkt zo veraf. We hoeven niet te veranderen om te zijn wie we zijn. We hoeven niet krachtiger, mooier, braver, geloviger, sneller of wat dan ook te worden om onszelf te zijn. Alle eisen die aan ons worden gesteld mogen we laten voor wat ze zijn. We mogen beginnen te leven vanuit wat we zélf als onze essentie ervaren. Daar ligt onze werkelijke kracht, onze trots en eigenwaarde, onze passie en ons plezier. Terugkomen bij onze kern en van daaruit gaan leven, dat is waar iedereen in het diepst van zijn ziel naar verlangt.
Om los te komen van zijn ouders heeft een jongen een mentor of geestelijke vader nodig, een man die hem helpt zijn eigen identiteit te vinden, verschillend van de ouders. De jongen moet de beschermde wereld van zijn ouders verlaten en het onbekende tegemoet treden: de donkerte van zijn onbewuste. Hij moet sterven om het leven te kunnen vinden.
Als een man wordt geconfronteerd met de roep van zijn onbewuste, zal hij in eerste instantie schrikken en waarschijnlijk terugdeinzen. Hij zal zoeken naar uiterlijke oplossingen, hij zal anderen de schuld geven, hij zal uitvluchten verzinnen tot het moment dat hij klaar is om de drempel over te gaan en zijn binnenwereld te betreden. Hij moet de angst overwinnen voor de onzichtbare wereld die zich binnenin hemzelf bevindt, een wereld die onbegrensd groot en oneindig is, die wordt bewoond door pijnlijke herinneringen en verleidelijke toekomstdromen.
Hij heeft deze wereld vaak afgedaan als verzinsel of fantasie, omdat hij niet begrijpt dat er een verband is tussen de binnenwereld en de buitenwereld, en dat het onzichtbare niet minder werkelijk is dan het zichtbare. Maar vaak heeft hij een mentor nodig om de poort van het onbewuste binnen te gaan en die grenzen aangeeft van deze innerlijke oneindigheid. Een goed begeleider zal hem naar binnen kunnen leiden en hem er ook weer uit kunnen leiden. Hij leidt een man van de hemel naar de aarde.
Een man moet dus niet opstijgen maar afdalen om zijn echte kracht te vinden. Als een man alleen maar opstijgt, raakt hij in de ban van de hemelgod. Hij heeft vaste ideeën over hoe de wereld in elkaar zit en is ervan overtuigd dat die ideeën voor iedereen gelden. Hij maakt wetten en wetenschappen die objectief, herhaalbaar en logisch zijn. Hij is zich niet bewust van zijn iegen invloed op het beeld dat hij van de werkelijkheid heeft. Hij raakt in de war als hij iets niet begrijpt en probeert voor alles een verklaring te vinden. De magie en de verwondering van het leven probeert hij in een verstandelijk kader te plaatsen. Zijn gedachten zijn zijn houvast en ijkpunt in de wereld.
Vele mannen in onze maatschappij bevinden zich ergens op deze weg naar beneden. Ze maken de afdaling in stilte; in de buitenwereld is van deze beweging nauwelijks iets te zien. Het is een pijnlijke weg, die vaak afgedwongen is door ziekte, ontslag of echtscheiding. Terwijl de beweging van de vrouw zich juist naar boven en naar buiten begeeft en steeds hoorbaarder wordt, is de beweging van de man naar beneden en naar binnen. Hij begeeft zich in het onzichtbare gebied van de ziel.
Door deze tegengestelde beweging lijkt het erop dat vrouwen voorlopen in deze tijd, omdat ze zoveel meer aanwezig zijn. Maar beide seksen doen hun eigen werk, en de weg van de man is anders dan die van de vrouw. De vrouw heeft veel te winnen in deze tijd; de macht die haar was afgenomen neemt ze stapje voor stapje weer in eigen hand. Mannen daarentegen hebben veel te verliezen; hun positie, hun macht, hun status, hun geld, hun eergevoel en hun waarde als man liggen onder vuur. Ze zullen eerst moeten ‘sterven’ om opnieuw geboren te kunnen worden.
Wat maakt dat we altijd ergens iets van moeten vinden? Zelfs op social media of nét op social media draait het om de likes die je krijgt voor iets dat je hebt geplaatst ongeacht of het van jezelf is of van een ander. Hoe meer likes, hoe beter en dat maakt je enorm belangrijk.
Ondertussen aan de andere kant zorgt het ontbreken van likes of de verkeerde emoticons voor teleurstelling en frustratie. We beseffen ons volgens mij niet wat de impact van al dat vinden is en hoe afhankelijk ons dat maakt van wat een ander van ons of ons schrijfsel vindt.
We zien onszelf als individuele wezens en toch hebben we niet in de gaten dat we niet zo individueel zijn als we denken als we ons kwetsbaar opstellen en een stuk van onszelf laten zien waar iedereen iets van mag vinden. En dan merk je dat de wereld groot geworden is want opeens hebben talloze mensen toegang tot jouw hersen- en hartespinsels waar je dat vroeger hooguit met een klein groepje deelde en wat het vertrouwelijk maakte.
Nu kun je in principe over de hele wereld komen met je boodschap en vaak is dat goed omdat iemand ook echt iets te melden heeft dat de moeite waard is om te delen met iedereen. Hierdoor voelen we ons verbonden of zelfs begrepen door wildvreemde mensen en misschien voelen we ons hierdoor goed.
Het wordt pas vervelend als je persée wil dat alle reacties positief moeten zijn want dan ligt de teleurstelling op de loer. Ook hier draait het om bewustzijn, het is wat het is, goede like, slechte like of geen like alles is welkom want het zegt niets over jou en waarschijnlijk heel veel over de ander. En als je daar zonder oordeel naar kan kijken dan heb je pas écht een mooie boodschap gedeeld.
Wil jij graag loskomen van wat men van jou vindt om te komen tot de mens die je in wezen al bent, laten we dan een afspraak maken want inzicht leidt altijd tot uitzicht.
In de wildernis zie je duidelijk het verschil tussen het spoor van een gewone hond en dat van een wolf.
Dat van de hond verloopt zigzaggend en doelloos, dat van de wolf in een rechte lijn.
Een wild dier heeft een duidelijk doel voor ogen.
Jouw pad mag kronkelig zijn, maar op de weg van wijsheid, kracht en visie leer je voorwaarts te blijven gaan rechtstreeks naar wat voor jou het belangrijkst is.