Kinderen Het zou niet eerlijk zijn te beweren dat kinderen geen kwetsuren oplopen door de scheiding van hun ouders. Anderzijds raken ze ook...
Liefde is eeuwig
We gaan op verschillende manieren relaties met elkaar aan: als kinderen, ouders, broers en zussen, vrienden, collega’s, leraren, leerlingen. Niet de vorm van de relatie is van belang, maar de liefde die in die vorm schuilt. Relaties veranderen voortdurend van vorm. Kinderen groeien op en worden ouders; vrienden gaan uit elkaar; geliefden maken het uit; en zo gaat het maar door. Geen enkele vorm blijft hetzelfde. De groei moet doorgaan. Vormen moeten komen en gaan. Dat is de bitterzoete realiteit van het leven. Als je aan de vorm gaat hechten, of de liefde weggooit louter omdat de vorm verandert, lijd je daar onnodig onder. De uitdaging is juist dat je de vorm laat gaan, maar de liefde vasthoudt. Liefde is eeuwig. Ze is onbegrensd. Ze kan niet door tijd of ruimte worden bepaald. Liefde is steeds zichzelf. Ze verandert niet. De vorm die de liefde aanneemt kan veranderen, maar de liefde zelf verandert niet.
We ontzeggen ons maar al te vaak de liefde die we voor elkaar voelen wanneer de vorm verandert. Dat is simpelweg de zoveelste vorm van gehechtheid aan de vorm. Daarmee zeggen we:’ Ik moet op die bepaalde manier liefde krijgen, anders hoef ik het helemaal niet.’ Dat is kinderachtig. Naarmate we ouder worden, gaan we beseffen dat we de dingen niet altijd precies zo kunnen krijgen als we ze willen, vooral niet wanneer er anderen bij betrokken zijn.
De overeenkomst beëindigen
Wanneer je besluit uit elkaar te gaan, doe dat dan alsjeblieft liefdevol, zonder vast te houden aan de verontwaardiging of wrok. Het is niet makkelijk als een relatie eindigt of van vorm veranderd en mildheid – van beide kanten – is buitengewoon belangrijk wil het voor beiden genezend zijn. Wees dankbaar voor wat je samen geleerd en ervaren hebt. Wees je bewust van de kwesties die jullie uit elkaar dreven en neem de verantwoordelijkheid op je voor jouw aandeel daarin. Als je een nieuwe relatie begint, wees je er dan van bewust wanneer vergelijkbare kwesties de kop opsteken en kijk of je die dan ruimhartiger en verantwoorder tegemoet kunt treden. Liefde en vrijheid gaan hand in hand. Je kunt de liefde niet eeuwig in een bepaalde vorm gieten. Ze moet zich losbreken van elke vorm, elke conditie, wil ze ooit volledig zichzelf worden. Gun de ander de vrijheid te zijn wie hij/zij is, dan komt de vorm vanzelf. Probeer die vrijheid weg te nemen, en de vorm wordt voor jullie beiden een gevangenis.
De vrijheid om lief te hebben
Liefde en vrijheid zijn niet te scheiden. Je kunt niet liefhebben als je geen keuze hebt. Elke vorm van dwang is een aanval, niet alleen op de vrijheid, maar op de liefde zelf, omdat er geen liefde kan bestaan wanneer je de vrijheid om te kiezen verliest. De grote tragedie van de liefde is niet dat je wellicht verkiest niet bij je partner te zijn. Dat is misschien wel treurig, maar niet tragisch. De ware tragedie is dat jij en je partner wellicht bij elkaar blijven of apart blijven omdat je gelooft dat je geen andere keuze hebt. Als er liefde is, moet er keuzevrijheid zijn. Het vraagt moed om die vrijheid te geven en te krijgen. Maar dat is de aard van de liefde. En mensen die van elkaar houden onder alle condities en omstandigheden, bij alle ups en downs van het leven, in alle vormen waarin de liefde zich kan uiten, zijn onmetelijk geduldig en moedig.
De liefde die je voelt verminderd naarmate je meer behoefte hebt er greep op te hebben. Je behoefte aan controle legt iets wat zonder voorwaarden moet zijn voorwaarden op. Als je voorwaarden stelt aan de liefde, voel je de voorwaarden, niet de liefde. Je krijgt met de vorm te maken, niet met de inhoud.
Scheiding
Op de keper beschouwd beëindigen relaties zichzelf. Er wordt simpelweg geen energie en aandacht meer aan gegeven. De weg naar de echtscheiding begint met de erkenning dat men geen gezamenlijke doelstelling meer heeft en geen wederzijdse aantrekkingskracht meer voelt. Niet alle relaties hoeven op een huwelijk uit te lopen. Soms gaat het om iets tijdelijks waar je wat van leert, en duurt het een paar maanden of een paar jaar. Helaas trouwen veel mensen al voordat ze diep in hun hart weten dat ze een partner voor het leven hebben gevonden. Zolang beide betrokkenen de vergissing toegeven, kan dat echter geen kwaad. Je bewijst niemand een dienst door je ervoor te schamen dat je huwelijk een vergissing was. Talloze mensen maken die vergissing. Sommige mensen lijden onder hun vergissingen en blijven aan een relatie vasthouden, ook als de heiligheid allang verloren is gegaan. Anderen willen te snel onder een relatie uit, voordat ze hun les geleerd hebben en de zaken met hun partner hebben afgerond. Er is niets nieuws onder de zon. Een scheiding ontstaat in eerste instantie, net als een huwelijk, in het hart van de partners. Het is een organisch losmaakproces. Wanneer twee mensen samen tot het uiterste zijn gegaan, zo ver als ze kunnen of willen, is echtscheiding de enige humane oplossing. Het is immoreel om te proberen een ander tegen zijn of haar wil vast te houden. In het gunstigste geval vindt de scheiding plaats in een sfeer van dankbaarheid jegens de partner voor de tijd die met elkaar hebt doorgebracht. In die zin is het niet slechts een scheiding, maar ook een voltooiing.
Ingegeven door wat ik gezien heb bij mijn ouders en vooral wat ik meegemaakt heb in mijn eigen ex-relatie(s) ben ik me steeds meer gaan verdiepen in het pad van relaties. Het heeft geleid tot bepaalde conclusies en vooral heel veel wijze en soms pijnlijke lessen die nodig waren om daar te geraken waar ik nu gekomen ben en die me in staat stellen om mensen juist op dit vlak van dienst te kunnen zijn. Het is een voorrecht om bij zoiets delicaats als een relatie betrokken te zijn en daar waarde aan toe te kunnen voegen.
Onjuiste relaties verergeren de misstanden en onheuse patronen uit het verleden. Leren is vaak pijnlijk. Je kunt en moet een betere keuze maken. Maar om die keuze te kunnen maken, moet je kunnen vragen om wat je wilt. Als je je een ander laat voorschrijven op welke voorwaarden de relatie gebaseerd is, moet je niet verrast zijn als je vast blijft zitten in een situatie waarin jou geen recht wordt gedaan.
Jouw gevoel vertelt je wat goed is en wat niet. Zeg wat je wilt, spreek jouw waarheid en wees vastberaden je eigen genezing toegedaan. Alleen door jezelf consequent serieus te nemen en te eerbiedigen, kun je een partner aantrekken die bereid is dat ook te doen.
De meeste relaties lopen op de klippen zodra men zichzelf laat zien. De belofte ‘elkaar lief te hebben in voor- en tegenspoed’ is voor de meeste mensen een oefening in absurditeit, want veel mensen gaan trouwen zonder dat ze de tijd genomen hebben elkaar te leren kennen. Om die reden zou elk stel eerst met succes drie jaar moeten samenwonen voordat men over trouwen gaat denken. Veel relaties zullen die driejarige periode van wederzijds onderzoek niet overleven.
Onthoud dat degene die voor je staat niet altijd is wat hij of zij lijkt. De sprookjesprins kan een onzekere geweldpleger in vermomming zijn, en wie je troost en steun biedt kan een wolf in schaapskleren zijn. Kijk altijd verder dan het uiterlijk. Er zullen er velen naar je toe komen die beweren degene te zijn om wie je gevraagd hebt, maar slechts één is de ware. Meestal is dat niet degene die zich met een heleboel spektakel presenteert. In de meeste gevallen is het een eenvoudig en onopvallend mens, iemand die geen grote woorden gebruikt of grote geschenken belooft, maar je hand pakt en je onbevreesd in de ogen kijkt.
Kies je partner weloverwogen. Als je iemand kiest die te langzaam danst, kan dat je tegenhouden. Als je iemand kiest die te snel danst, breek je wellicht je enkel bij je pogingen hem of haar bij te houden. Zoek een partner die even snel danst als jij, iemand die je aanvult en helpt je potentieel te verwerkelijken. Zoek een partner die je kunt stimuleren en bijstaan. Dan kunnen jullie zonder strijd samen zijn en kan jullie relatie voor beiden een heilzame werking hebben.
In een gezonde relatie houdt men zich buiten het creatieve proces van de ander. Zelfs wanneer men met elkaar samenwerkt, heeft men wegen gevonden om elkaars autonomie te verhogen. Pas als je partner en jij die autonomie hebben, en tijd en ruimte krijgen om te groeien, kun je respect oproepen bij elkaar. Autonomie is echter maar één ingrediënt. Een gezamenlijk ideaal is van even groot belang. Jij en je partner moeten gemeenschappelijke dromen, waarden en aspiraties hebben. Je moet een beeld hebben van een leven waarin je als paar optreedt.
Wanneer ofwel de autonomie ofwel de gezamenlijke visie zwak vertegenwoordigd is, kan de relatie niet gedijen. Zonder voldoende autonomie worden jij en je partner niet tot groei uitgedaagd. Bij een zwakke gezamenlijke visie wordt je emotionele band met je partner aangetast en zie je steeds minder waarom je bij elkaar bent. Met geen van beiden extremen schiet je iets op. Jij en je partner moeten je als stel maar ook als individu uiten. In een gezonde relatie is men zichzelf en de relatie in gelijke mate toegedaan, zowel als wat diepgang als wat intensiteit betreft.
De mier kwam alle dagen te vroeg op het werk en begon onmiddellijk te werken; zij was productief en zeer tevreden.
Haar baas, een leeuw, was verbaasd dat de mier werkte zonder toezicht.
Hij dacht: als zij zoveel presteert zonder supervisie, zou ze dan nog meer presteren onder permanent toezicht?
Hij wierf een kakkerlak die een grote ondervinding had in het superviseren en die prachtige rapporten kon opstellen.
De eerste maatregel die de kakkerlak nam was een prikklok plaatsen om het komen en gaan van de mier te registreren. Vervolgens had de kakkerlak een secretaresse nodig en een spin om het archief te beheren en de telefoongesprekken te controleren.
De leeuw was zeer tevreden over de rapporten van de kakkerlak en vroeg hem bovendien de productie in een grafiek te zetten. Het is toen dat de kakkerlak een computer en een laserprinter aanschafte en een vlieg aanwierf om de informatica te beheren.
De mier, kortgeleden nog productief en stralend, werd wanhopig van die berg papier en van al die vergaderingen die haar tijd opslorpten!
De leeuw vond dat het tijd werd om op de werkplaats van de mier een sectorverantwoordelijke aan te stellen.
Deze post werd toevertrouwd aan een krekel die, om te beginnen, een ergonomische stoel aankocht voor zijn kantoor en vast tapijt liet plaatsen. Deze nieuwe verantwoordelijke had ook een computer nodig en een assistente.
Op dit ogenblik kon de mier er niet meer om lachen en zij maakte zich iedere dag kwader en kwader. Het is toen dat de krekel zijn baas, de leeuw, er van overtuigde dat een studie van de werksfeer absoluut noodzakelijk werd. Na de werklasten te hebben bestudeerd stelde de leeuw vast dat de dienst waar de mier werkte niet meer zo productief was als vroeger.
Hij wierf een uil aan, die bekend stond als een vermaard en eersteklas raadgever, om een audit te doen en een oplossing voor te stellen. De uil liep drie maanden rond in de kantoren en stelde een enorm dik rapport op met als besluit: er is te veel vast personeel in deze onderneming. En raad eens wie de leeuw het eerst ontsloeg?
De mier natuurlijk want: “Zij gaf blijk van een tekort aan motivatie en had een houding die tot conflicten leidde”.
De fabel van de mier geeft pijnlijk aan waar overkill aan control toe kan leiden. Koester de noeste werkers en zorg voor balans in de control.
Je bent een jaar of 35/40/50 en je hebt je zaakjes grotendeels op orde. Er heeft zich meestal al een crisis in je leven voorgedaan: sterfgeval, scheiding, ziekte burn out of ontslag en je vraagt je af waar je staat, hoe dat zo is gekomen, en wat je nou eigenlijk zélf wilt. Je gaat op zoek naar verdieping. Wie of wat drijft je? Wat is jouw weg? Volg je die weg ook écht? Of bewandel je het pad dat je geacht wordt te lopen? Welk deel van jezelf moffel je liever weg? Waarom loop ik met mijn nieuwe partner toch weer tegen dezelfde relatieproblemen aan? Hoe kan het dat ik nog altijd naar mijn oude vader luister, ook al leeft die al lang niet meer?
Het bewuste deel van onze persoonlijkheid maakt maar een piepklein deeltje uit van de totale psyche, het drijft als een klein eilandje op de oneindige oceaan van het onbewuste. In de tweede levenshelft keren mensen juist meer naar binnen en richten ze hun blik op het onbewuste.
Freud verdeelde de psyche in een bewust en onbewust deel en Jung probeerde het onbewuste nog specifieker te definiëren. Achter het persoonlijk onbewuste ontdekte hij nóg een laag: het collectief onbewuste. Het persoonlijk onbewuste omvat je eigen verdrongen wensen, herinneringen, verlangens en emoties die lastig zijn, beschamend of te pijnlijk, je complexen, alles waar je het liever niet over hebt. Dit noemt Jung ‘de schaduw’. Je schaduw roert zich op die momenten dat je even niet weet wat je doet. Voordat je ook maar één seconde over hebt kunnen nadenken, heb je die weckpot al gepakt en op de keukenvloer laten knallen. Op dat moment voelt het alsof je door iets of iemand wordt overgenomen. En dat is ook zo.
Zodra je jezelf hoort schelden, kun je er donder op zeggen dat je schaduwzijde aan het woord is. Of als je al je zinnen kracht bijzet met woorden als “altijd”en “nooit”. Daaraan kun je herkennen dat er kennelijk ’iets’ uit je persoonlijk onbewuste werd geraakt dat zich nu met veel nadruk kenbaar wil maken. Je schaduw drukt zich namelijk nogal zwart-wit uit. Het is óf goed óf slecht en niets daartussenin.
In relatie met je familie, en vooral met je geliefde, is het sowieso vaak oppassen geblazen. Voordat je het weet, heb je daar de schaduwen aan het dansen. Of aan het ruziën. Er is niemand die jou beter laat zien wat jij allemaal verdrongen hebt dan je geliefde. Daarop heb je elkaar (weer onbewust natuurlijk) uitgekozen. En dan is er nog het collectief onbewuste-Jung heeft dat in kaart proberen te brengen-dat ons doen en laten ook op een geheimzinnige manier beïnvloedt. Dat bestaat uit een verzameling opgeslagen beelden, verhalen en ervaringen die we, als hele mensheid, meenemen uit onze geschiedenis. In het collectief onbewuste sluimeren de herinneringen uit ons evolutionaire verleden, onze aangeboren angsten voor duisternis, spinnen en slangen. We borduren allemaal voort op dezelfde beelden die zich manifesteren in onze dromen, in kunst en religie, en die een universele betekenis hebben. Het is inmiddels wetenschappelijk bewezen dat ik me bij ongeveer 90 procent van wat ik doe door het onbewuste laat leiden. Ook als ik denk een weloverwogen besluit te hebben genomen, heb ik dat vaak niet. Ik leef nogal op de automatische piloot.
Je kunt het bewustzijn vergelijken met een ijsberg, we zien alleen het topje en denken dat het alles is. Maar dat is niet zo. 90 procent zien we niet maar is er wel. Onder water. Er is maar 10 procent van ons bewustzijn beschikbaar om de werkelijkheid te kunnen waarnemen. De rest is projectie. Wat je ziet in de ander, is je eigen schaduwzijde. Op het moment dat je je ergert aan je geliefde, erger je je aan iets van jezelf dat diegene je toont. Wat we van onszelf niet willen zien, projecteren we steevast op de buitenwereld.
Hoe kan er ooit sprake zijn van mijn ‘vrije keuze’ als ik me nauwelijks bewust ben van mijn eigen doen en laten? Hoe kan ik verantwoordelijkheid nemen voor mezelf en de kritieke toestand van onze planeet, als ik niet eens besef wie ik ben en vanwaaruit ik reageer? Natuurlijk kan ik me niet overal bewust van worden. Dat is onmogelijk. Het gaat er alleen om mijn automatische piloot een beetje beter in de gaten te krijgen. Zodat ik vaker zelf kan kiezen hoe ik reageer in bepaalde situaties in plaats van te worden overvallen door een onbestemd gevoel. Of doordat er iets opborrelt uit mijn reptielenbrein.
We hebben allemaal een schaduw, of heeft de schaduw óns? We hoeven alleen maar te leren iets beter naar onze eigen schaduwzijde te kijken. Naar dat wat we liever niet willen zien, naar onze lelijke en duistere kanten, zodat we die kanten niet allemaal buiten onszelf hoeven te plaatsen, maar kunnen integreren. Zodat er meer evenwicht zal ontstaan. In onszelf en daarmee ook in de wereld. Het is bijvoorbeeld goed om te weten dat je als één persoon ontmoet, je er altijd twee ontmoet. Ook de schaduw is van de partij.
Hoe komt een zelfafwijzing of vertekend zelfbeeld tot stand? Een vraag die me in mijn leven steeds bezig heeft gehouden toen ik druk was af te rekenen met de draken uit mijn verleden waar ik last van had. Waarom doken er toch steeds bepaalde gedachten bij me op die me niet hielpen maar eigenlijk nog verder van huis brachten? Hoe zou ik dat kunnen veranderen zodat ik er geen last meer van heb? Zo ben ik dit gaan onderzoeken met en zonder hulp van coaches maar wel met het doel antwoorden te krijgen of mijn vragen. Wellicht herken je jezelf hierin en heb je iets aan mijn uitleg.
Eerst is er een omstandigheid of een gedachte die een schijnbare overeenkomst heeft met een pijn uit het verleden. Dit kan een bewuste pijnlijke ervaring van vroeger zijn, of een onbewuste beknellende herinnering, zoals bijvoorbeeld aan je vroege jeugd, toen je natuurlijke spontaniteit werd afgewezen en je moest leren voldoen aan voorwaarden.
Onmiddellijk ontstaat er identificatie: er is een ik-gevoel dat zich de herinnering toe-eigent, of anders gezegd, er is een fase van versmelting met de herinnering aan lijden. Hoe vindt deze identificatie met het schijnbare lijden plaats? Door zelfafwijzing. Wat bij aanvang nog een herinnering aan lijden is, en dus slechts een schijn van lijden, wordt werkelijk gemaakt door de bijkomende ervaring van een ‘ík’ die kennelijk niet goed genoeg is, of stom, of slecht of slap, of wat dan ook je negatieve geloof is.
Meteen nadat de herinnering aan pijn veranderd is in een werkelijke ervaring van pijn, volgt de reactie. We zetten onmiddellijk alle zeilen bij om van die pijn af te komen om zo snel mogelijk weer te voldoen aan de voorwaarden om ons goed te kunnen voelen. Die pogingen kunnen gericht zijn tegen de persoon of omstandigheid die de trigger was van de pijnlijke herinnering, of tegen jezelf, al naar gelang de patronen die hiervoor ontwikkeld hebt. Let wel”: tot hier is het hele proces nog automatisch, we zijn ons er niet van bewust. Het hoort allemaal bij de versmeltingsfase.
Dan, na korte of langere tijd, afhankelijk van de mate van zelfreflectie die we ontwikkeld hebben, ontstaat er een besef van het hebben van de beknellende emotie. Tegelijkertijd gaat ook de onbewust zelfafwijzing over naar het bewuste niveau. We zijn ons nu bewust van de beknelling, vinden het heel verkeerd van onszelf dat we daarin terechtgekomen zijn en proberen er zo snel mogelijk weer van af te komen. Hiermee begint de poging tot dissociatie en de openlijke strijd tegen het beknellende gevoel. En het bizarre nu is dat de beknelling hierdoor alleen maar toeneemt.
De aanvankelijk onbewuste vicieuze cirkel van schijnbaar lijden en identificatie ermee door zelfafwijzing (versmelting) gaat dus via zelfreflectie op een bewust of ‘metaniveau’ verder als dissociatie. Je herkent het vast wel: in een eerder stadium reageerde je alleen maar op de oorzaak van je ellende zonder dat je daar jezelf bewust van was. Maar zodra er reflectie en zelfbewustzijn bij komen, wordt ook de zelfafwijzing ineens bewust: je gaat het stom vinden van jezelf dat je jezelf stom voelt. Je vindt het slap van jezelf dat je niet assertief bent. Je wordt kwaad op jezelf omdat je je woede niet kunt beheersen. Je hebt een hekel aan jezelf omdat je niet van jezelf houdt. Kortom, je wijst jezelf af voor het hebben van zelfafwijzende gevoelens! Het is beknelling in het kwadraat.
‘Ja maar,’werp je misschien tegen, ‘dat is toch noodzakelijk! Moet ik dan maar berusten in mijn zelfafwijzing en ermee leven?’ Nee hoor, dat zou niet een kunnen: wat eenmaal bewust geworden is, kan niet meer terug onbewust gemaakt worden. Zodra je je bewust geworden bent van een zelfafwijzende emotie is de versmeltingsfase voorbij en daar kun je niet naar teug. Groei van bewustzijn is een eenrichtingsweg, en het is prachtig dat dat zo is!